Openingstijden
Maak een afspraak
Mijn Portaal

Onze openingstijden:

Maandag09:00 - 17:00 uur
Dinsdag09:00 - 17:00 uur
Woensdag09:00 - 17:00 uur
Donderdag09:00 - 17:00 uur
Vrijdag09:00 - 17:00 uur

In het Parool plastisch chirurg Kalam Ahmed

Kalam Ahmed (48) is ‘de meest coole dokter’ geworden: plastisch chirurg. In zijn eigen kliniek Blooming is hij volgeboekt voor cosmetische ingrepen, en zodra het kan gaat hij weer op brandwondenmissie naar zijn geboorteland Bangladesh. ‘Je kunt echt het verschil maken.’

Tekst: Vera Spaans @Parool

In het Parool plastisch chirurg Kalam Ahmed in het parool plastisch chirurg kalam ahmed door Blooming Plastische Chirurgie
@MARTIN DIJKSTRA

Twee jaar geleden, toen Kalam Ahmed op missie was in Bangladesh, kwam er een jongen bij hem met een stomp op de plek waar zijn hand had gezeten. Als klein kind had hij zijn hand verbrand. “Dat gebeurt in Bangladesh heel vaak: het leven, zeker op het platteland, speelt zich af rond open vuur,” zegt Ahmed (48). “Kinderen spelen eromheen. Eén moment van onoplettendheid en je hebt een gloeiend hete pot soep of dahl over je heen. Als je die brandwonden niet behandelt, krijg je vergroeiingen. Littekenweefsel groeit niet mee zoals huid dat doet, waardoor ledematen van kinderen met brandwonden kromtrekken als ze verder groeien.”

“Dat was bij deze jongen ook gebeurd. Ik pakte zijn stomp vast en voelde allemaal dingetjes bewegen. Zijn hand was kromgetrokken, de huid was eroverheen gegroeid en het litteken was er als een handschoen omheen komen te zitten. Maar alle structuren zaten er nog. In de diepte kon hij zijn vingers nog bewegen, maar hij kon er niets mee. Die hand hebben we voorzichtig opengemaakt. Het is nog niet ideaal, hij zal nooit kunnen pianospelen, maar misschien wel weer schrijven.”

Sinds 2014 gaan Ahmed en zijn team van plastisch chirurgen, operatieassistenten en anesthesiologen elk jaar op missie – alleen eind 2020 gooide corona roet in het eten. Ahmed hoopt dit najaar wel weer te kunnen gaan. Deze jongen verdient nog een tweede behandeling. Hij hoopt ook de vrouw terug te zien die zich een paar jaar geleden meldde, een jonge vrouw, eind twintig, moeder van twee of drie kinderen. Bij het koken had haar sari vlam gevat. De doek zat om haar lichaam en haar hoofd gewikkeld, die krijg je niet zomaar los. Haar borst was verbrand, haar hals en haar gezicht. Het was jaren geleden gebeurd, en het littekenweefsel was zo strak getrokken dat haar onderlip vast was gegroeid aan haar borstbeen.

“Technisch kun je je bijna niet voor­stellen dat dat kan,” zegt Ahmed. “Dat het littekenweefsel zo sterk is dat het door alle spieren van je nek trekt. Ze kon niet recht naar voren kijken, haar lip was enorm uitgerekt en doordat haar hoofd in een onnatuurlijke stand stond, had ze overal pijn. Hoofdpijn, nekpijn, verschrikkelijk. We hebben de huid bij de keel doorgesneden, zelfs wat spieren losgemaakt omdat ook die verkort waren, en toen kon ze eindelijk weer recht vooruit kijken. Maar deze vrouw was verlaten door haar man en door haar kinderen.”

Als je verbrandt in Bangladesh, is je leven dus voorbij.

“Als volwassen vrouw wel, ja. Zo’n verbranding wordt in bepaalde culturen als een straf gezien. Niet door iedereen, maar dit is het verhaal dat ze ons verteld heeft. Maar ook meisjes die worden geboren met een hazenlip die niet wordt gecorrigeerd, hebben geen toekomst. Niemand wil met je trouwen. En dat is daar toch het idee: dat je als vrouw trouwt en kinderen krijgt. Voor meisjes met een hazenlip of brandwonden houdt dat gewoon op. Zo’n ingreep is dus een life-changing moment voor ze. Dat maakt het ook zo intens.”

Hoe was het voor u om daar te zijn?

“Ik merk dat het me raakt. Ik ben er zelf geboren, daar ben ik me maar al te zeer bewust van. Tot mijn achtste woonde ik in Feni, tussen Dacca en de havenstad in het zuiden. Mijn vader was een manusje-van-alles voor de Bengaalse luchtvaartmaatschappij in Amsterdam, vergeleken met de andere dorpelingen hadden we het goed. Maar we hadden geen stenen muren, geen stromend water, de wc was achter in de tuin. Wij kookten ook nog op open vuur. Die vuurtjes waar die kinderen in vielen, daar heb ik ook omheen gezeten. Ik zie het zo voor me.”

In 1980 kwam u aan in Amsterdam.

“Dat was een totale schok. Ik had nog nooit een wit persoon gezien, nog nooit gevlogen. We hadden een flat in Gerenstein, in de Bijlmer. Ik weet nog dat ik aan mijn vader vroeg: is dit ons huis? Op de negende verdieping, met een balkon, we keken uit over de hele stad. De Bijlmermeer was autovrij, je kon er veilig buitenspelen. Een sprookje was het. Die eerste winter, in 1980, zag ik voor het eerst sneeuw. Ik dacht dat het melk was, of een overstroming, want overstromingen kende ik. Maar nu was het wit. Zo bijzonder.”

Bent u vaak teruggegaan?

“Elk jaar. Dankzij mijn vaders werk konden we goedkoop vliegen, dus we gingen elke zomer naar Bangladesh. Met heel veel spullen voor de familie, twaalf pakken shampoo en zo, want mijn vader mocht onbeperkt vracht meenemen. Dat was heel leuk, maar zo veel geld hadden we zelf ook niet. Mijn moeder naaide poppenkleertjes voor Volendamse toeristen­winkels. Ik heb nog wel geholpen met die mutsjes omklappen, opstapelen en tellen – ze kreeg per honderd stuks betaald. ­Misschien dat ze daar duizend gulden per maand mee ­verdiende. Ik wil niet zeggen dat we in armoede leefden, maar mijn ouders hadden het financieel wel zwaar, omdat ze de familie moesten helpen. Geld voor activiteiten voor ons was er daardoor niet. Ik heb nooit op voetbal gezeten, bijvoorbeeld, ik speelde op straat. We kregen ook geen zakgeld. Mijn vader vulde een grote pot met guldens en rijksdaalders. Dat geld was voor de hele maand en ook voor mijn zusjes, maar dat gaf wel een gevoel van vrijheid.”

Was u armer dan uw klasgenoten?

“Zo voelde het niet. Maar er waren wel kinderen die af en toe een nieuwe fiets kregen, of die met vakantie gingen naar een huis met een zwembad op de Canarische Eilanden.”

En nu heeft u zelf een zwembad in uw huis.

“Zo bewust is dat niet gegaan. Ik heb nooit gedacht: ik heb dit-en-dit niet gehad als kind, dus moet het nu. Mijn vader heeft altijd gewild dat ik arts werd. Toen ik net geboren was, lag hij in het ziekenhuis met een darmperforatie. De arts die bloed bij hem afnam, zei dat mijn vader nog twee uur te leven had als hij niet zou opereren. Ik weet niet of het precies zo is gegaan, mijn vader heeft dit verhaal enorm geromantiseerd. Deze arts is een held die zijn leven heeft gered. Hij heeft toen besloten: als mijn zoon groot wordt, moet hij ook arts worden en mensenlevens redden.”

Hoe kwam u bij de plastische chirurgie terecht?

“Ik had eerst besloten: als ik dokter word, word ik de meest coole dokter die er is. Hartchirurg, dat is de koning van de dokters. Maar uiteindelijk vond ik dat vak te eenzijdig. Het gaat altijd om bloedvaten omleggen, en af en toe een klepje. Plastische chirurgie was creatiever. Een Bengaalse arts nam me onder zijn hoede. Ik heb heel veel van hem geleerd, en dankzij zijn aanbeveling werd ik uiteindelijk aangenomen bij het AMC. Ik had ook al veel brieven naar andere klinieken gestuurd, en daar nooit iets op gehoord. Toen was ik wel aan mezelf gaan twijfelen.”

Ooit gedacht dat dat met uw achtergrond te maken had?

“Mijn achternaam werkt niet mee. Maar het is ook wel makkelijk om te denken dat iets racisme is. Er waren ook gewoon heel weinig opleidingsplaatsen, en lang niet alle afvallers waren van kleur. Ik heb het toen vooral bij mezelf gezocht, en gedacht: misschien ben ik er nog niet. Ik heb toen meer onderzoek gedaan en artikelen geschreven, en uiteindelijk ben ik wel uitgekozen. Misschien heb ik geluk, en ik zal af en toe echt wel anders benaderd worden, maar ik probeer er niet te veel bij stil te staan. Dat is allemaal negatieve energie. Ik weet wel dat mijn vrouw een keer voor het bedrijf waar ze partner is een nieuwe BMW mocht uitzoeken. We kwamen aan bij de dealer in Amsterdam en die stuurde ons meteen naar de eerste verdieping, waar de tweedehands auto’s staan. Toen zijn we gewoon maar weggegaan. Uiteindelijk hebben we hier in Amstelveen een BMW gekocht, en daarna nog een paar. Ze zijn een goede klant misgelopen in Amsterdam.”

Sinds 2009 werkt Ahmed als plastisch ­chirurg in het Spaarne Gasthuis, het brandwondencentrum Beverwijk en de privékliniek Blooming in Haarlem voor cosmetische plastische chirurgie. Blooming, waar hij sinds twee jaar algemeen directeur is, heeft de plastischechirurgiemissie van Interplast geadopteerd. In principe gaat elk jaar een team naar Bangladesh om te opereren.

Met welk werk maakt u nu het grootste verschil?

“Ik denk dat het allebei verschil kan maken. Bij reconstructieve plastische chirurgie is het duidelijk: je geeft iemand iets terug wat ze niet meer hebben. Als je een vrouw die haar borst door kanker is verloren weer een borst kunt geven, en je kunt er ook echt iets moois van maken, dan is dat een tastbaar verschil. Maar voor een borstlift kan dat ook gelden. Voor vrouwen die zich na jaren borstvoeding te hebben gegeven minder comfortabel voelen in hun lichaam, kun je ook echt het verschil maken. Er is allerlei wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat mensen een boost kunnen krijgen in hun zelfvertrouwen na goede cosmetische chirurgie. Ik zeg niet dat iedereen het moet ondergaan, maar als je een jongedame met bijna geen borstontwikkeling kunt helpen, en je doet dat netjes, kan dat haar leven echt veranderen.”

Het is wel snijden in een gezond lichaam.

“Zeker, maar wel voor een verbetering. Als iemand heel veel is afgevallen, houdt hij of zij vaak veel vel over. Misschien is diegene inmiddels op een gezond gewicht. Dan snijd je in een gezond lichaam, maar die persoon kan enorm zitten met die overtollige huid.”

Doet u schaamlipoperaties?

“Niet veel. De meeste dames die daarvoor komen, willen een vrouwelijke plastisch chirurg.”

Vindt u zo’n operatie nodig?

“Het kan een functioneel probleem zijn. Soms doet het pijn, zo’n zadel, en soms is het visueel storend. Dat je denkt: er zit wel erg veel vulling daar. Als je een bikini draagt, kan dat negatieve aandacht uitlokken. Dus dan begrijp ik zo’n ­verzoek wel.”

En maagdenvliescorrecties?

“Nee. Ik krijg het verzoek ook bijna nooit, en ik vind het een rare ingreep: sommige vrouwen hebben nooit een maagdenvlies gehad, en het kan ook stuk gaan tijdens het sporten, bijvoorbeeld. Ik weet het, het is een kwestie van vraag en aanbod, maar ik zou iemand die hierom vraagt doorverwijzen.”

In de islam is cosmetische chirurgie een heikel punt. Het lichaam is van God en daar mag je geen verandering in aanbrengen.

“Is dat zo? Kennelijk ben ik geen goede moslim, als ik dat niet weet. Ja, weet je: het geloof, élk geloof, is bedoeld om ons als mensen in goede banen te leiden. Dus elk geloof zegt: je mag niet stelen, en je mag het menselijk lichaam niet verminken. Als iemand ongelukkig is in zijn of haar lijf, dan is een cosmetische ingreep soms een uitkomst. Ik zie niet hoe dat ­verboden kan zijn. Jij hebt oorbellen, dat zou je ook verminking kunnen noemen. In Bangladesh hebben ongeveer alle ­moslimvrouwen wel ergens een gaatje waar een sieraad doorheen gaat. Mag dat dan ook niet? De discussie gaat dan wel heel ver.”

Wat vragen mensen aan u op verjaardagsfeestjes?

“Vaak willen ze weten wie ik allemaal onder het mes heb gehad. Daar zeg ik natuurlijk niets over. Of ze willen weten wat Demi Moore in vredesnaam heeft laten doen. En vaak associëren mensen me met botox en fillers, maar dat is iets wat plastisch chirurgen eigenlijk alleen erbij doen.”

Wat is het verschil tussen die twee?

“Botox is een neurotoxine, een soort zenuwgif, dat lokaal een spier of een klier verlamt. Een zweetklier in de oksel, ­bijvoorbeeld, waardoor je minder zweet, of een voorhoofdspier, waardoor je geen ­rimpel meer hebt. Een filler vult een deukje op. Wat jij zou kunnen overwegen: jij hebt een klein walletje onder je ogen, dat is een deukje in het traangootje. Daar zou je een beetje filler in kunnen doen, dan lijkt het net wat frisser.”

Ik krijg die wallen niet weggeslapen.

“Het helpt wel als je rechtop slaapt in plaats van plat. Dat kan een optie zijn. Het heeft allemaal met zwaartekracht te maken, maar ook met alcoholgebruik, of medicatie. Op basis van je leeftijd, je anatomie en de status van je collageen kun je wallen hebben. Met een tijdelijke filler maak je die wat zachter. Permanente ­fillers zijn verboden, die gaven te veel complicaties. Nadeel van tijdelijke fillers is dat het elke keer opnieuw moet. Maar het geeft geen littekens, en als je het niet mooi vindt, haal je het zo weer weg. Subtiel is sowieso altijd mooier. Als patiënten een facelift hebben gekregen, krijgen ze vaak te horen: goh, wat zie je er goed uit, ben je naar de kapper geweest? Dan denk ik: zie je niet dat haar nek totaal veranderd is en haar hamsterwangen weg zijn? Mensen merken dat niet op, omdat die persoon nog steeds op zichzelf lijkt, maar dan tien jaar jonger.”

Uw eigen vrouw vertelde net dat u tegen haar had gezegd: ‘Jij kunt wel wat botox gebruiken.’

“Ik heb dat een keer gesuggereerd in een tijd dat ze met veel mimiek sprak, en die voorhoofdsrimpeltjes bleven staan. Botox is, mits goed gedoseerd, een veilige behandeling.”

Was ze niet beledigd?

“Welnee. Ik kon het tegen haar zeggen omdat ik weet dat ze erg op haar uiterlijk is. Maar tegen mijn patiënten spreek ik ook vrijuit. Ik vraag of ik dat mag, en eigenlijk zegt iedereen altijd ja. Het klinkt dan misschien alsof ik aan het verkopen ben, maar ik vertel dan gewoon eerlijk wat ik voor iemand kan doen.”

Is er nu meer vraag naar cosmetische chirurgie?

“Wij zitten de komende weken helemaal volgeboekt. Qua business is corona heel goed voor ons. Ik denk dat de drempel nu lager is, doordat mensen zichzelf vaker op schermen zien. En na een ingreep ben je altijd een paar weken uit de roulatie, dat kan nu ook makkelijker. Ik heb wel klanten die zeggen: ik hoef voorlopig toch het podium niet op, dan kan ik me het beste nu wat laten opfrissen met wat fillers.”

Wat vindt uw vader ervan dat u plastisch chirurg bent geworden?

“Hij denkt nog steeds dat ik mensen­levens aan het redden ben. En in zeker opzicht is dat ook zo. Hij is heel trots, ook op het feit dat ik zo vaak terugga naar ­Bangladesh. Dat is een manier om iets terug te geven. Ik vind het ook fijn om daar te zijn. Als ik in Feni ben, ga ik mee naar het theehuis bij de markt. Dan komen er allemaal mensen om je heen zitten en ­vragen stellen, over het leven in Europa. Ze vragen altijd wat ik verdien.”

Wat zegt u dan?

“Niks. In Nederland is zo’n vraag not done, en als je hem toch krijgt, geef je geen antwoord. Zo vernederlandst ben ik wel.”

Voelt u zich nooit schuldig?

“Schuldig voel je je als je iemand iets hebt afgenomen. Ik probeer op alle ­mogelijke manieren iets terug te geven. Als mijn familie geld nodig heeft voor medische zorg of een opleiding, dan stuur ik dat. Mijn neef runt een maandverbandfabriek voor arme mensen in Bangladesh, daar investeer ik in. En met de ramadan zorgt mijn vader ervoor dat alle mensen in de regio die behoeftig zijn voldoende ­rantsoen hebben. Daar draag ik aan bij. Volgens mijn geloof moet je een paar procent van je inkomen schenken, maar ik word er ook blij van.”

Denkt u nooit: als ik in Bangladesh was gebleven, had ik zelf die hulp nodig gehad?

“Als ik bitcoins had gekocht, was ik miljardair geweest. Het is geen karma. Ik denk weleens: als ik die twee weken per jaar niet naar Bangladesh zou gaan, maar gewoon in Nederland zou werken en dat verdiende geld zou doneren, dan zouden ze veel meer lokale artsen kunnen inhuren. ­Misschien is dat beter. Dan krijg je alleen nooit die expertise die wij hebben, door onze ervaring met complexe brandwonden in Beverwijk. En in die twee weken opereren we met ons team meer dan tweehonderd patiënten. Dat geeft ook gewoon een enorm goed gevoel.”

Kalam Ahmed

15 juli 1972, Feni, Bangladesh

1980 Verhuizing naar Nederland
1980-1986 Basisschool De Bijlmerhorst, Amsterdam-Zuidoost
1986-1992 Vwo, Augustinus College, Amsterdam-Zuidoost
1993-2000 Studie geneeskunde en coschappen VUMC
2000-2002 Arts-assistent plastische chirurgie Slotervaartziekenhuis
2002-2003 Arts-assistent plastische chirurgie OLVG
2003-2005 Arts-assistent chirurgie in opleiding Rode Kruis Beverwijk
2005-2009 Arts-assistent plastische chirurgie in opleiding AMC/AvL/RKZ
2009-heden Plastisch chirurg Spaarne Gasthuis en kliniek Blooming in Haarlem
2014-heden Vrijwel elk jaar op missie met Interplast
2019-heden Algemeen directeur privékliniek Blooming

Kalam Ahmed woont met zijn vrouw en drie kinderen in Amstelveen.

bron: https://www.parool.nl/ps/plastisch-chirurg-kalam-ahmed-je-kunt-levens-veranderen~bf175705/